De vreselijke dorst die het warme en droge weer met zich mee bracht dwong de hond zich te verplaatsen naar een weelderiger gebied waar een bron van water was. Hoewel ze wist dat het water van het meer met de naam Contaminari niet bepaald gezond of schoon was, zag ze op het moment geen andere mogelijkheid. Het enige andere water wat binnen een paar dagen loopafstand was, was het strand, maar dat was natuurlijk van dat verschrikkelijke zoute water wat vocht uit je lichaam onttrok, erg verwarrend voor haar, water die je nog meer uitdroogde en meer dorstiger maakte. Ze kwam dichter bij het water en liet eerst haar neus er boven zweven, ze snuffelde een paar seconden en trok daarna haar neus licht op. Met een grote tegenzin opende ze haar bek en schrokte ze grote slokken water naar binnen. Ze negeerde de smaak, maar dacht ondertussen wel aan hoe erg ze dat verse water mistte.
Het had geen smaak, bijna niet dan. Het wat ietwat zoet, fris en op mooie dagen kon je er doorheen kijken en zag je de bodem, de planten en de dieren die in het water leefden. Ze weet nog wel dat ze een keer met haar baasjes was geweest. Ze was eerst gaan spelen met de baasjes en de bal, maar wanneer ze visjes had zien zwemmen was ze er vol enthousiast achterna gesprongen en had ze geprobeerd ze te vangen door onhandig in het water te happen. Ze waren haar altijd te snel af geweest. Ze glimlachte, maar voelde zich ineens intens verdrietig. Ze fronste haar wenkbrauwen, snoof en probeerde zichzelf aan te sporen om een pokerface op haar gezicht te houden en haar emoties niet te uiten. Ze had er echter zichtbaar moeite mee, je zag haar onderlip af en toe trillen terwijl ze probeerde de gedachten uit haar hoofd te krijgen. Gelukkig voor haar lukte dit doordat ze naast het vervuilde water nog iets anders rook.
Meteen hief ze haar kop op en keek ze alert om zich heen. Rook ze daar nou.. een andere hond? Ja, dat kon niet missen, zoveel dieren roken er niet net zo als een hond. Wolven misschien, maar die waren erg schaars geworden. Nieuwsgierig en meteen uit haar gedachten geschud keek ze langs het water tot haar blik uiteindelijk viel op de andere Australische herder die bij de waterkant lag. Meteen kwam ze dichterbij, eerst in sluipmodus, maar naarmate ze dichterbij kwam verzekerde ze zichzelf dat er geen gevaar was. Wanneer ze zo dichtbij was dat ze haar eigen weerspiegeling naast die van de andere hond zag in het water, stopte ze met lopen, keek de andere hond even kritisch aan en observeerde haar uiterlijk. Een schok ging door haar heen, leek ze deze hond nou te herkennen? Die aftekeningen van haar kop, het bracht flashbacks met zich mee, maar deze waren zo oud en zo vaag dat het haar alleen verwarring gaf, geen opklaring. Ze besloot maar de aandacht te vragen van de hond, als deze haar niet al opgemerkt had. ''Hey.'' zei ze zacht. Het klonk geforceerd, onzeker, anders dan Anuri normaal praatte tegen vreemdelingen. ''Wie ben jij?'' besloot ze er nog aan toe te voegen.