Miku rende door de bossen op zoek naar iets te eten. Ze hoopte dat ze wat kon vinden. Ze had al in geen dagen meer gegeten! De tweevoeters die ze tegen was gekomen waren daar geen help bij geweest. Ze zuchtte diep. Ineens ving haar neus iets op. "Ow my," grijnsde ze haar tanden bloot en kwam slippent tot stilstand. "Dit moet mijn geluks dag zijn," grijnsde ze. Ze draaide zich om en liep tegen de wind in de andere kant op. Ze had een dier geruikt die op haar verlanglijstje stond om te verorberen. Een konijn.
Miku verschool zich in de bosjes, tegen de wind in, en keek naar het wezen. Miku had nog nooit zo'n snel wezen gezien. Het hupste en het hupste maar heen en weer. Ineens kwam het tot stilstand. Miku rook tweevoeters. Ze gromde zacht. Ze had geen zin in weer een confrontatie. Nadat de tweevoeters voorbij waren gelopen keek Miku terug naar de plek waar ze het wezen had zien zitten. Maar het was verdwenen. "Verdorie," gromde ze kwaad. Ze stond op en liep een stukje door. "Kom maar tevoorschijn, klein wezen. Er is niets om bang voor te zijn," zei Miku op een zoetsappige manier. Ze had gehoopt dat het wezen tevoorschijn zou komen maar het kwam niet. Hm, misschien waren konijnen dan toch niet zulke domme wezens als haar was verteld. Miku drukte haar neus op de grond en snuffelde er aan. Geen spoor van het wezen. Waar zou het zijn? Miku hoorde iets ritselen in de bosjes. Ze spitste haar oren en zag een flits van iets snels. Ze grijnsde. "Daar ben je,". Miku sprong naar het wezen toe en drukte het met haar voorpoot op de grond. "Het moet vast mijn geluks dag zijn," grijnsde de wolvin haar tanden bloot. "Een langoor. Laatste woorden, langoor"" gromde de wolvin speels. Ze liet dreigend haar tanden zien. Voordat Miku haar tanden in het wezen kon zetten hoorde ze iets naderen. Miku gromde kwaad. "Wat nu weer," . Het was een tweevoeter met een geweer. Miku's ogen werden groot. Ze moest hier wegwezen en snel! Miku greep het wezen met haar grote tanden in zijn nekvel beet en rende er vandoor. De tweevoeter leek niet geamuseerd en schoot zwarte metalenstaafjes richting de dieren. Miku rende zo hard als ze kon met de langoor in haar bek naar een veiligere plek.
Na enige tijd te hebben gerend liet ze zichzelf neer ploffen. "Dat was op het nippertje," gromde ze. Ze bevrijde de langoor uit haar bek maar hield het nog steeds tegen de grond gedrukt. "Je mag me wel dankbaar zijn," zei Miku. "Ik heb in ieder geval geen honger meer. Dus je op eten vandaag wordt hem niet,". Miku geeuwde. "Mijn naam is Miku," zei de wolvin en keek de langoor aan. "En welkom in mijn huis," zei Miku. Ze grijnsde een beetje.